Brood en sporten

Sporten houdt je lichaam en geest fit. En daar hoort een gezond voedingspatroon bij. Of brood daar in past? Heel zeker! Je leest er alles over in dit artikel.

Gezonde voeding is de basis
Als je af en toe sport, dan is een gewone gezonde voeding genoeg als basis. De voedingsdriehoek laat zien dat het grootste deel van een evenwichtige voeding bestaat uit graanproducten, met 5-12 sneden brood als richtlijn (lees hier precies hoeveel je nodig hebt).

Extra energie voor intensieve sporters
Sport je drie uur (of meer) intensief per week, dan eet je gerust wat meer. Eén of twee belegde boterhammetjes extra op een actieve dag mag zeker. Dat kan je aanvullen met wat noten en gedroogde vruchten of wat yoghurt met muesli en vers fruit. Als je zwaar sport is het heel belangrijk om je koolhydraten op peil te houden.

Brood geeft je kracht
Vooral volkorenbrood is aan te raden voor sporters. Het zit boordevol vezels, eiwitten, vitaminen, mineralen en koolhydraten. Die stoffen zijn essentieel voor een goede spierwerking en zorgen voor een langdurige energievoorraad.

Vóór het sporten zijn de koolhydraten van belang. De langzame koolhydraten die je uit volkorenbrood haalt, geven je langdurige energie. En wil je tijdens het sporten een extra boost van snelle suikers? Eet dan bijvoorbeeld een witte boterham met banaan en/of honing. Daar kikker je zo van op!

Na het sporten moet je lichaam herstellen. Je spieren hebben dan eiwitten nodig. Maar ook vitaminen, mineralen en koolhydraten zijn dan essentieel voor een goed herstel. Twee sneetjes volkorenbrood met wat kaas en/of vleeswaren zijn dan een uitstekende combinatie om genoeg voedingsstoffen binnen te krijgen.

Nog 3 goede tips:

  • Eet tot 1,5 à 2 uur voor het sporten genoeg koolhydraten. Niet dichter bij de training, want dan kan je maaltijd zwaar op de maag liggen. Al mag die witte boterham met banaan en/of honing gerust net voor de training.
  • Een warme maaltijd hou je best tot na het sporten.
  • Neem zeker water mee, en drink regelmatig!

Veel succes!

Bron: broodengezondheid.be